Breuken | Breuk als operator: |
Vanuit de beweging
Aan de hand van de getallenlijn geven kinderen elkaar opdrachten. (Dit kan natuurlijk ook met de breukentwister).
Een voorbeeld:
“Loop in drie stappen naar de 1.” Op de grond ligt een verdeling in b.v. 12 delen. Het kind kan dan springen: Vier keer drie zakjes ver en kan dan zeggen:
”1= 4/12+4/12+4/12 of 1= 1/3 + 3/12 +1/3 enz”
Overige activiteiten
Aan de hand van verdelingen worden opgaven voor elkaar gemaakt.
1. Dit kan vanuit het mentale. (sommige kinderen zijn zo ver dat ze dit al kunnen).
2. Dit kan vanuit het handelende. Vanuit een verdeling van de breukenenveloppe ontstaat er een opdracht. Er kan ook een opdracht gegeven worden die m.b.v. breukendelen mag worden opgelost.
3. Dit kan ook vanuit het handelende of vanuit de beweging.
4. Daarnaast kan dit ook in de vorm van eigenproducties in de vorm van verhaalsommen. De kinderen kunnen de sommen bedenken. Ook de leerkracht kan op deze manier opgaven voor de kinderen maken.