Kommagetallen worden in eerste instantie opgevat als meetgetallen.
Ze geven een maatverfijning aan. De mate van verfijning is sterk afhankelijk van de context. Bij koorts is het noodzakelijk om tot in tienden nauwkeurig te meten, terwijl dat bij buitentemperaturen minder belangrijk is. De kinderen hebben in klas 3 en 4 al met kommagetallen gerekend, bijvoorbeeld bij geld en meten.
In klas 5 wordt vooral vanuit contexten aan de noodzakelijke vaardigheden met kommagetallen gewerkt.
De volgende globale lijn van aanbiedingen wordt gevolgd:
- Globale lijn Introductie van het begrip in een context die aanleiding geeft tot een maatverfijning. Als model wordt veelal de getallenlijn aangeboden. Het model en de context maken het de kinderen gemakkelijker om zich een beeld te vormen van maatverfijning, bijvoorbeeld tienden van seconden.
- Verwerven van inzicht in de structuur van een kommagetal door opbouw en posities te benoemen. Ook de juiste uitspraak en schrijfwijze van de getallen worden op die manier ondersteund.
- Verder tellen en terugtellen, rangschikken van komma¬getallen op de getallenlijn.
- Verkennen van eigenschappen, voornamelijk 10x, 100x, en :10, :100. De analogie met gehele getallen wordt als ondersteuning aangeboden.
- Uitvoeren van eenvoudige berekeningen als optellen, aftrekken en het verschil bepalen. Het aantal posities achter de komma is dan wel gelijk.
Daarnaast:
- Tevens worden de relaties dit leerjaar tussen gewone en decimale breuken expliciet gelegd.
- Ook het 'doordelen' achter de komma wordt in klas 5 aangeboden. Zo bepalen de kinderen hoeveel liter benzine ongeveer kan worden getankt voor een bepaald geldbedrag.
- In klas 5 worden gangbare afspraken gemaakt over afronden van kommagetallen, gerelateerd aan de situatie.