Principe van vermenigvuldigen | Vanuit het geheugen: |
Bewegend rekenen
Kinderen staan in tweetallen tegenover elkaar en gooien ballen over naar elkaar.
De eerste gooit en zegt 4 waarop de tweede vangt, teruggooit en zegt: “1 keer 4”
Zo kan de tafel van 4 al in de eerste klas geoefend worden.
In de mesolijnen, weergegeven in het boek: Ik zie rond in de wereld, kunnen we terugvinden wanneer de verschillende rijen en tafels gekend moeten worden.
Ook in het LVS van de Dienst voor Vrije Scholen kunnen we dit onderdeel terugvinden.
Later in klas drie kunnen we er aan gaan werken dat de tafels door elkaar beheerst worden. In het boek”Rekenen in Beweging” staan veel spelletjes vermeld die het oefenen aan dit geheugen en het beheersen van de tafels ondersteunen.
Overige activiteiten
“Wanneer de kinderen het principe van het vermenigvuldigen door hebben, laat ze de tafels dan vanuit het geheugen oefenen”
Het oefenen van het geheugen staat in de eerste jaren van de onderbouw centraal. Ook de tafels van vermenigvuldiging en deling kunnen hiertoe een bijdrage leveren.
Het is niet vanzelfsprekend dat kinderen kunnen delen wanneer ze kunnen vermenigvuldigen.
Tafels van deling oefenen is in deze even wezenlijk als het oefenen van de tafels van vermenigvuldiging. Het opschrijven van de rijen en de tafels van vermenigvuldiging en deling kan hier een activiteit zijn.
Ook het reciteren van deze tafels kan ondersteunen in het werken aan het beheersen van de tafels vanuit het geheugen. (Laat vooral ook kinderen deze tafels individueel opzeggen zodat het duidelijk wordt of de kinderen het zelf kunnen of dat ze nog rusten op het ‘Klassengeheugen”).