A Notatie, taal en betekenis
- Maten voor lengte, oppervlakte, inhoud en gewicht, temperatuur
- Tijd en geld
- Meetinstrumenten
- Schrijfwijze en betekenis van meetkundige symbolen en relaties |
1F |
1S |
Paraat hebben |
Paraat hebben |
- Uitspraak en notatie van: (euro)bedragen; tijd (analoog en digitaal); kalender, datum (23-11-2007); lengte- oppervlakte – en inhoudsmaten; gewicht; temperatuur
- Omtrek, oppervlakte en inhoud
- Namen van enkele vlakke en ruimtelijke figuren, zoals rechthoek, vierkant, cirkel, kubus, bol
- Veelgebruikte meetkundige begrippen zoals (rond, recht, vierkant, midden, horizontaal etc.)
|
- Are, hectare
- Ton (1000 kg)
- Betekenis van voorvoegsels zoals milli-, centi-, kilo-
- Standaard) oppervlaktematen km2, m2, dm2, cm2
(Standaard) inhoudsmaten m3, dm3, cm3
|
Funcioneel gebruik |
Funcioneel gebruik |
- Meetinstrumenten aflezen en uitkomst noteren; liniaal, maatbeker, weegschaal, thermometer etc.
- Verschillende tijdseenheden (uur, minuut, seconde; eeuw, jaar, maand)
- Aantal standaard referentiematen gebruiken (‘een grote stap is ongeveer een meter’, in een standaard melkpak zit 1 liter)
- Eenvoudige routebeschrijving (linksaf, rechtsaf)
|
- Gegevens van meetinstrumenten interpreteren; 23,5 op een kilometerteller betekent.....
- Aanduidingen op windroos (N, NO, O, ZO, Z, ZW, W, NW)
- Alledaagse taal herkennen ('een kuub zand')
- Een hectare is ongeveer 2 voetbalvelden
|
weten waarom |
weten waarom |
- Eigen referentiematen ontwikkelen, ('in 1 kg appels zitten ongeveer 5 appels')
- Een vierkante meter hoeft geen vierkant te zijn
- Betekenis van voorvoegsels zoals 'kubieke'
|
- Oppervlakte- en inhoudsmaten relateren aan bijbehorende lengtematen
- Redeneren welke maat in welke context past
- Spiegelen in 2D en 3D
- Redeneren over symmetrische figuren
- Meetkundige patronen voortzetten (hoe weet je wat het volgende figuur uit de rij moet zijn)
|
B Met elkaar in verband brengen
Meetinstrumenten gebruiken
- Structuur en samenhang tussen maateenheden
- Verschillende representaties, 2D en 3D
|
1F |
1S |
Paraat hebben |
Paraat hebben |
- 1dm3 = 1 liter = 1000 ml
- Een 2D representatie van een 3D object zoals foto, plattegrond, landkaart (incl. legenda), patroontekening
|
- 1 m3 = 1000 liter
1 km2 = 1000 000 m2 = 100 ha
|
Funcioneel gebruik |
Funcioneel gebruik |
- In betekenisvolle situaties samenhang tussen enkele (standaard)maten ( km - m; m - dm, cm, mm; l - dl, cl, ml; kg - g, mg)
- Tijd (maanden, weken, dagen in een jaar, uren, minuten, seconden)
- Afmetingen bepalen met behulp van afpassen, schaal, rekenen
- Maten vergelijken en ordenen
|
- Samenhang tussen (standaard)maten ook door terugrekenen, in complexere situaties en ook met decimale getallen: 'Is 1750 g meer of minder dan 1,7 kg?'
- Samengestelde grootheden gebruiken en interpreteren, zoals km/u
- Kiezen van de juiste maateenheid bij een situatie of berekening
|
weten waarom |
weten waarom |
- (lengte)maten en geld in verband brengen met decimale getallen: 1,65 m is 1 meter en 65 centimeter; € 1,65 is 1 euro en 65 eurocent
|
- Decimale structuur van het metriek stelsel
- Structuur en samenhang metrieke stelsel
- Relatie tussen 3D ruimtelijke figuren en bijbehorende bouwplaten
|