Verhoudingen
C Gebruiken
in de context van verhoudingen berekeningen uitvoeren, ook met procenten en verhoudingen
1-fundament |
Toelichting en voorbeelden bij 1-fundament |
Toelichting en voorbeelden bij 1-streef |
Functioneel gebruiken |
Functioneel gebruiken |
Functioneel gebruiken |
- Problemen oplossen waarin de relatie niet direct te leggen is:
6 pakken voor 18 euro, voor
5 pakken betaal je dan ...
|
In eenvoudige toepassingssituaties verhoudingsproblemen kunnen oplossen, waarin de verhoudingsrelatie niet direct te leggen is (via een vermenigvuldiging of deling).
- De meester van groep 5 kocht 6 pakken koeken voor 18 euro. Voor onze klas hebben we 5 pakken nodig. Hoeveel kosten die dan?
pakken |
6 |
3 |
1 |
5 |
prijs |
18 |
9 |
.... |
.... |
- Nina weet dat ze bij de sponsorloop 12 rondjes kan lopen in een half uur. Ze gaat drie kwartier lopen.
Hoeveel rondjes kan ze daarin lopen?
|
In meer complexe contexten met minder mooie getallen verhoudingsproblemen kunnen oplossen, waarin de verhoudingsrelatie niet direct te leggen is (via een vermenigvuldiging of deling).
- De advertentiekosten voor een halve pagina in onze krant zijn € 12.000,-. Hoeveel kost het om een advertentie te plaatsen van pagina?
- Nico betaalt voor een stuk kaas van 800 gram 10 euro.
Hoeveel kost die kaas per kg?
- Teun loopt bij de wedstrijd de 10 km in precies 40 minuten.
Wat is zijn snelheid dan per uur?
- Reken de advertentiekosten uit. (Uit: Pluspunt)
- Wie rijdt de meeste kilometers? Wat is het verschil? Reken ongeveer en kruis aan. (Uit: Wizwijs)
|
Overgenomen uit: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S SLO