meten en meetkunde
C Gebruiken, Meten, Rekenen in de meetkunde
1-streef* |
|
Toelichting en voorbeelden bij 1-streef |
Weten waarom |
|
Weten waarom |
- 50 Verschillende omtrek mogelijk bij gelijkblijvende oppervlakte
|
|
Kunnen toelichten dat een gelijke oppervlakte verschillende vormen kan hebben, en dus ook verschillende omtrekken.
- Teken op ruitjespapier verschillende figuren met een oppervlakte van 24 ruitjes. Het hoeven niet allemaal rechthoeken te zijn.
- Ga na wat de omtrek is van de verschillende figuren. Leg eens uit waarom de omtrek niet gelijk is voor alle figuren.
- Boer A heeft een hek van 120 meter om een weiland staan. Boer B heeft een hek van 150 meter om zijn weiland.
‘Dus is mijn weiland groter’, beweert boer B. Heeft hij gelijk? Leg eens uit.
- Hoe lang en hoe breed kan het zijn? (Uit: Wis en reken)
En wat is dan de omtrek?
- We bestellen een nieuw hek om het schoolplein. Is het voldoende als we dan de oppervlakte van het plein doorgeven aan het bouwbedrijf? Leg eens uit.
|