Getallen
B Met elkaar in verband brengen
Getallen en getalsrelaties. Structuur en samenhang
1- fundament |
Toelichting en voorbeelden bij 1- fundament |
Toelichting en voorbeelden bij 1- streef |
Functioneel gebruiken |
Functioneel gebruiken |
Functioneel gebruiken |
- 18 Vertalen van eenvoudige situatie naar berekening
|
Kunnen vertalen van een eenvoudige situatie of contextprobleem naar een berekening en omgekeerd.
- De juf vertelt dat er volgend jaar in de klas 14 jongens en 13 meisjes zullen zitten. De kinderen begrijpen dat als ze willen weten hoeveel kinderen er dan in totaal zijn, ze de aantallen/getallen 13 en 14 bij elkaar op moeten tellen.
- Een kaartje voor de Efteling kost 34 euro.
We gaan er met de hele klas naar toe: 22 leerlingen en
3 begeleiders.
Als je wilt uitrekenen hoeveel dat in totaal gaat kosten, welke som maak je dan? En hoe reken je het dan uit?
- Bedenk een situatie waarbij je 52x7 uitrekent. Denk ook eens aan de indeling van het jaar.
- Kaya rekent uit op haar rekenmachine:
1,99 en 2x 3,99 en 2x 1,75.
Bedenk in welke situatie deze getallen voorkomen.
Bedenk ook een winkelsituatie en artikelen die ze dan kan kopen.
- Bezoekers aan het tuincentrum. (Uit: Pluspunt nieuw)
Hoe kun je uitrekenen hoeveel bezoekers er ongeveer in totaal zijn geweest? En precies zijn geweest? Welke berekening maak je dan?
- Welke opgave hoort erbij? (Uit: Reken zeker)
|
Kunnen vertalen van complexere situaties of contextproblemen naar een berekening en omgekeerd.
Zie voor voorbeelden hieronder bij 1-streef: 'Vertalen van complexe situatie naar berekening'.
|
Overgenomen uit: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S SLO