Vormtekenen | Meetkunde basisoefeningen: |
Vanuit beweging
In het zand (buiten) worden en met twee stokken en touwen cirkels gemaakt.
Vanuit het verhaal hoe de priesters na het overstromen van de Nijl de velden opnieuw uitzetten.
Deze oefeningen worden later vervolgens met de passer op het papier geoefend in een opbouw die uitgaat van een verdeling in zessen. Zie de afbeeldingen die hieraan toegevoegd zijn.
Zie afbeeldingen
Andere vormen
Allerlei oefeningen die met het beheersen van de instrumenten te maken hebben. Daarnaast vorm- oefeningen zie voorbeelden ( klik hier).
1. De passer, benoemen van onderdelen, hoe vasthouden, hoe puntje slijpen, schuren.
2. Gebruik van de passer, vasthouden, richting van cirkelen.
3. Oefenen met cirkels maken, grote, kleine, willekeurig op blad, concentrische, letten op nauwkeurig werken.
4. Het leren vasthouden van de beenafstand.
5. Constructie maken, op cirkelomtrek passerpunt zetten en omcirkelen, op snijpunt hetzelfde.
6. Verschillende opdrachten met alleen cirkels.
7. Gebruik van liniaal: verbinden van snijpunten oefenen, liniaal altijd tegen snijpunt, niet erop, eerst potloodpunt over snijpunt laten gaan om te kijken of het precies is.
8. Met cirkels en lijnen verschillende figuren laten ontdekken.
9. Oefeningen met nauwkeurig meten, afgemeten punten laten verbinden waardoor mooie figuren ontstaan.