vormtekenen | Geometrische vormen: |
Geometrische vormen
Vanuit beweging
In de zaal worden drie zakjes op willekeurige plaatsen gelegd ( of drie kinderen).
Een kind loopt van het ene naar het andere zakje tot hij weer terug is ( of kinderen lossen elkaar af in deze oefening).
Ook kan aan de kinderen gevraagd worden dit in de kring uit te voeren.
Op deze manier lopen ze driehoeken en leren ze de vorm kennen.
Vervolgens kunnen we de kinderen vragen een driehoek te lopen zoals zij dat willen.
(Vele verschillende driehoeken komen dan tevoorschijn)
Alle vormen die getekend worden, worden getekend vanuit het vrije bewegen; er worden nog geen hulpmiddelen zoals een liniaal gebruikt.
Kinderen tasten de vormen al tekenend af.
Andere vormen
De hiernaast beschreven oefening kan ook op papier worden uitgevoerd nadat we eerst flink aan de driehoek zelf geoefend hebben.
Vanuit de rechte laten we een driehoek ontstaan door drie rechten aan elkaar te laten maken waarbij we weer aan het beginpunt uit komen
(Het spreekt vanzelf dat we ook andere vormen zoals vierkant, rechthoek, cirkel, spiraal enz tevoorschijn laten komen.)
In het taalgebruik lijkt het me zinnig om begrippen te gebruiken die later nodig zijn zoals basis of hoek.
We kunnen kinderen zelf woorden laten bedenken voor verschillende hoeken. B.v. scherpe hoek. “Hoe zou jij die hoek hier noemen?” Karel antwoordt:”Dat is een puntige hoek!”