meten en maten | Oppervlakte omtrek 1: |
Oppervlakte omtrek 1
• In de lagere klassen is op velerlei manieren een verhouding ontstaan met het begrip oppervlakte en omtrek door te schatten, door af te passen ( zie afpassen.)
• In de vierde klas tijdens de heemkundeperiode wordt er aan het begrip plattegrond gewerkt. Kinderen leren kaarten kennen en maken kennis met het begrip verhoudingen. Tijdens de periode heemkunde wordt het begrip plattegrond aangelegd en ook het werken met schaal komt daar aan de orde.
• Aan de hand van kaarten wordt er gekeken naar de werkelijke omtrek. Ook de werkelijke oppervlakte wordt bekeken. Hoeveel tegels staan er getekend? Klopt dat? Hoe kun je eenvoudig bereken wat het aantal tegels is (LxB)?
• Het begrip oppervlakte wordt nog sterk vanuit het concrete gepakt.
• Vormen kunnen op ruitjespapier getekend worden. Welke vorm is groter en hoe kun je er achter komen.
• Laat kinderen een verhouding vinden tot de verschillende maten.
• Wat is een vierkante cm. Laat kinderen een cm2 tekenen, evenals een dm2 en een m2. Vanuit het concrete laten we de kinderen onderzoeken hoeveel cm2 er in een dm2 zitten. De regel voor het omzetten van maten wordt op deze manier duidelijk. Wanneer meten we met een cm2, wanneer met een dm2 of m2. Meten we de oppervlakte van de tuin in cm2 ?