Vanuit de beweging
- We geven een begin en eindpunt, bijvoorbeeld 0 en 400.
Plaats deze punten in de ruimte en laat kinderen de plaatsen van verschillende getallen schatten. Waar ligt 250? Hoe heb je dat geschat?
- Hier ligt 425, daar ligt 525.
Waar denk je ligt het getal 500.
Kinderen moeten tussen de twee verschillende getallen de ruimte schatten.
- Hier ligt 525. Een van de kinderen mag bepalen waar 500 ligt en gaat ergens in de ruimte staan.
- Vervolgens vraagt de leerkracht waar 510 ligt
maar ook waar 450 ligt. Deze opdracht kan voor kinderen moeilijk zijn.
Zie ook Rekenen in Beweging, waar op allerlei manier getallen uitgebeeld worden.